Wat gebeurt er als patiënten eten en drinken weigeren?
In Medisch Contact van 13 februari 2014 las ik het artikel ‘De dokter en het besluit om bewust af te zien van eten en drinken'. Het trok mijn aandacht omdat ik als logopedist gespecialiseerd in orofaryngeale slikstoornissen weet dat collega’s soms worden geconfronteerd met patiënten die voeding weigeren.
De aanleiding voor het artikel is de handreiking voor artsen en verzorgers ‘Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’ van KNMG* en V&VN*. Ook verpleegkundige tijdschriften, waaronder Nursing hebben begin dit jaar aandacht aan deze handreiking besteedt. De handreiking is geschreven om artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners te ondersteunen bij hun zorg voor patiënten die bewust afzien van eten en drinken om hun levenseinde te bespoedigen. De auteurs gebruiken niet de term versterven,“omdat hieraan zeer verschillende betekenissen worden toegekend. Ook is bewust afzien van eten en drinken “wezenlijk anders dan het geleidelijk minder innemen van eten en drinken als onderdeel van een terminaal ziekteproces of als gevolg van ouderdom, omdat het hierbij geen actieve keuze van de patiënt is.” (p.5). Het gaat hier dus om wilsbekwame mensen die hun leven als voltooid beschouwen, maar niet in aanmerking komen voor euthanasie. Daarbij speelt het zelfbeschikkingsrecht een centrale rol en hebben patiënten tevens recht op adequate zorg en begeleiding. De handreiking beschrijft die zorg, maar ook de pathofysiologische en klinische gevolgen van stoppen met eten en drinken en de juridische en ethische aspecten.
Voor de goede orde, als iemand bewust afziet van eten en drinken is er ook geen indicatie voor logopedische interventies om het slikken bijvoorbeeld te vergemakkelijken. Daarom zijn logopedisten hier niet vakinhoudelijk bij betrokken. Maar het kan verhelderend zijn om te weten wat er dan gebeurt. Bij stoppen met eten verdwijnt het hongergevoel meestal na een paar dagen en bij stoppen met drinken is het dorstgevoel tegen te gaan met goede mondverzorging. Bij een vochtintake van minder dan 50 ml per dag overlijden de meeste mensen na 1 tot 2 weken, afhankelijk van hun conditie. Tijdens dat proces heeft de patiënt medische en verpleegkundige zorg nodig, maar dat kan tot gewetensbezwaren leiden. Want goed voor iemand zorgen betekent ook zorgen voor voldoende eten en drinken. "Eten en drinken is meer dan voeding. Eten en drinken verwijst naar het leven en ook naar samen leven." Het stoppen met aanbieden van voeding kan zorgverleners dus het gevoel geven slechte zorg te bieden (p. 18) en ook daarin biedt de handreiking informatie en richting.
Logopedisten hebben verstand van slikstoornissen, dus van technisch veilig en adequaat slikken. We zijn geen experts op het gebied van volwaardige voeding (dat zijn de diëtisten en artsen) en zijn niet degenen die moeten zorgen dat patiënten die hulp nodig hebben dagelijks voldoende vocht en voeding binnen krijgen (dat zijn verpleegkundigen en verzorgenden). Toch raakt het ook ons vakterrein als patiënten voeding weigeren, namelijk wanneer er terwijl tegelijk sprake is een van slikstoornis. Bijvoorbeeld bij patiënten met een dementie of een verstandelijke beperking. Hoewel de handreiking gaat over hulp bij wilsbekwame mensen is ook een hoofdstuk opgenomen over omgaan met afweergedrag (hoofdstuk 6) en de referenties bieden genoeg stof voor verdere bestudering van dit onderwerp. Want voor logopedisten is eten en drinken meer dan dan voeding, maar ook meer dan sliktechniek.
*KNMG = Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, V&VN = Verplegenden & Verzorgenden Nederland.